In de kop van de polder, nét achter de Waterlandse Zeedijk lag het Kiekensterrein. Deze ‘ruggengraat’ van Amsterdam Noord met zijn industriële verleden – in de 19e eeuw werd er een ‘buskruitmagazijn’ gebouwd – bleef altijd vaste land. Voor dit terrein met zijn centrale ligging in de oksel van de Kadoelenweg, ontwikkelden Houben/Van Mierlo Architecten het stedenbouwkundig ontwerp en de architectuur van de woningen.
De nieuwe woonbuurt diende op een vanzelfsprekende, duurzame manier te worden ingevoegd in de bestaande stedenbouwkundige context. Samen met de stedenbouwkundige van de gemeente zijn de voornaamste uitgangpunten voor het stedenbouwkundige plan geformuleerd. Dit is geïnspireerd op ‘achter de dijk-bebouwing’ en de ‘Broek in Waterland’-stijl met mandelige* pleintjes, fijnmazige infra, een vloeiende overgang van privé naar collectief groen, gecompleteerd door de karakteristieke Wilmkebreekpolder; de achtertuin van de woningen.
Waterlandse architectuur
Onder de slagschaduw van bestaande bomen langs de dijk en een aantal uitgeschoten populieren op het terrein werd de openbare ruimte ingericht als woonerf. Auto’s zijn te gast. Voetgangers en fietsers hebben voorrang. Parkeren gebeurt zoveel mogelijk op eigen terrein. De entrees aan de Landsmeerderdijk en de Kadoelenweg vormen de ‘hoofdentrees’ naar de buurt. Het plein en de kade langs de polder vormen een belangrijke verblijfsruimte en blijven daarom autovrij. Deze 30 km-zone is slechts toegankelijk voor hulpdiensten en om te laden en lossen. In totaal omvat het plan 48 woningen: vrijstaande woningen, twee-onder-een-kap-woningen en hoek- en tussenwoningen, opgetrokken in historische Waterlandse bouwstijl, vertaald naar hedendaagse bouwtechnieken, normen en woonwensen.
Waterland als ingetogen architecturale inspiratiebron
Klein Kadoelen heeft de ruimtelijke kwaliteit van een ‘Achterdijk-gebied’: lager gelegen dan de Waterlandse Zeedijk en hoger dan de polder. De exclusieve ligging ten spijt, is het uitdrukkelijk niet de bedoeling een enclave te creëren, maar een uitnodigende openbare buitenruimte aan de dijk én aan de polder. De verkaveling loopt parallel aan de kade, waarbij de knik in de polder een natuurlijke inleiding vormt tot een plein. De bestaande entrees aan de Landsmeerderdijk en de Kadoelenweg blijven gehandhaafd. Net als de bestaande lijnen en structuren, waarbij de voorzijdes van woningen zoveel mogelijk naar de polder werden gericht. Het dijklichaam bleef onberoerd, maar de terugliggende bebouwing richt zich met de voorkant op de dijk. Die bebouwing kenmerkt zich door eenheid in verscheidenheid, gebouwd met duurzaam materiaal en hoogwaardige installatietechniek.
*Mandeligheid is een vorm van gemeenschappelijk eigendom. Een muur, haag of schutting kan mandelig zijn, maar ook een terrein of perceel kun je delen met je buren. Denk aan een gezamenlijke parkeerplaats, vijver of een parkje.